ZABO
Aan de betekenis van de naam ZABO (Zwijndrechtse Auto-Bus Onderneming) zou men in feite geen carrosseriebedrijf uit herleiden, maar meer een bedrijf met autobus lijndiensten en inderdaad, daar is het allemaal wel mee begonnen.
De historie van de naam ZABO gaat terug tot 9 juni 1923, toen de heer Aart de Jong een busdienst opende vanuit Zwijndrecht via Rijsoord naar Rotterdam. In deze periode na de Eerste Wereldoorlog werden op grote schaal busbedrijfjes opgericht om in de groeiende verplaatsingsbehoefte te voorzien. In 1925 breidde De Jong zijn werkterrein uit door de overname van de concurrerende Auto Omnibusdienst “Rijsoord”, van de ondernemer B. de Koning. In 1933 trok hij zich uit het openbaar vervoer terug, om onder de naam “De Jong’s Autobedrijf” een eigen touringcarbedrijf te beginnen. Na jaren van problematische bedrijfsvoering, maakte een brand in de garage in mei 1937, waarbij alle bussen verloren gingen, een einde aan de activiteiten van de ZABO als vervoerbedrijf. De lijndiensten werden overgenomen door collega RAGOM, die in september 1938 tenslotte ook de vergunningen van ZABO overnam. De ZABO bleef daarna bestaan als lege NV.
Bussenbouw
Op de plaats waar nu (nog) de carrosseriefabriek ZABO te vinden is, stond aanvankelijk de boerderij van de heer G. Groenenboom (de eerste eigenaar van de RAGOM). In april 1936 verkocht hij zijn bedrijf aan de heer J(oost) Ravesteyn Sr, die reeds eigenaar was van de Sliedrechtse busonderneming ESOO. Zijn broer P. Ravesteyn was mede-eigenaar van het Vlaardingse vervoerbedrijf EVAG. Een onderdeel van EVAG was een flinke carrosseriewerkplaats, waar in eigen beheer autobussen werden gebouwd. Deze afdeling werd in 1940 verzelfstandigd en ondergebracht in de lege NV, eigendom van J. Ravesteyn. De directie werd mede gevoerd door zijn zwager de heer J. Dinkla. Hierdoor werd ZABO leverancier van bijna alle autobussen voor ESOO en RAGOM.
Al spoedig moest de bouw van autobussen, vanwege de Duitse bezetting, gestaakt worden. Gedurende de oorlogsjaren werden merendeels reparatieopdrachten uitgevoerd. Ook de reparatie van gasgeneratoren werd een belangrijke bron van bestaan. Na de bevrijding nam de directie en bedrijfsleiding een speurtocht door het gehele land om aan materiaal te komen. Hiermee kon de carrosseriebouw opnieuw in gang gezet worden. Een nog groter probleem was het tekort aan vakbekwaam personeel, waardoor de groei van het bedrijf beperkt werd.
Stadsbussen
Opdrachten waren er voldoende. Zeker toen ook de grote Brabantse streekvervoerder BBA een belangrijk aantal orders plaatste. De contacten tussen BBA en ZABO resulteerden in een succesvol type stadsbus; de Volvo-Zabo-City-Coach. Hier bouwde ZABO er tussen 1959 en 1965 58 exemplaren van (serie 525-582). Voor de stadsdienst in Zwolle bestelde ook Schutte een 14-tal exemplaren (4 t/m 14 en 22 t/m 24). Het personeelsbestand groeide tot 52 medewerkers.
In 1971 werd de naastgelegen woning van de familie den Otter aangekocht en gesloopt. Op het vrijgekomen perceel werd een nieuwe bedrijfshal gebouwd. Nogmaals teisterde een brand de ZABO. In de nacht van 6 op 7 september 1981 brandde de oude werkplaats geheel uit. Er werden verstrekkende beslissingen genomen en er verrees een nieuw kantoor met werkruimte. Nu uitgegroeid tot 2500 m². Door het verdwijnen van veel kleinere busondernemingen (die vaste klant bij ZABO waren) vond tegen het einde van de jaren ’70 een sterke teruggang van de autobusbouw plaats. Vooral toen de grootste klant (BBA) de bussen centraal inkocht, betekende dit voor ZABO de doodsteek. In 1985 werd voor NWH de laatste autobus gebouwd.
Een voorlichtingswagen voor het Regionaal Energiebedrijf Dordrecht uit 1987 werd het laatste voertuig voorzien van een ZABO-carrosserie. Nieuw emplooi werd gevonden in het aanpassen van Mercedes-Benz-autobussen aan de Nederlandse keuringseisen. Andere activiteiten waren de fabricage van pneumatische deuren voor brandweerwagens en polyester noodluiken voor bussen. De laatste jaren van het bestaan van ZABO kenmerkten zich hoofdzakelijk door herstel en onderhoud aan bedrijfswagen en bussen van diverse ondernemingen.
Bron: nr. 48 van de Stichting Oud Ridderkerk (verkregen via de Oudheidkamer Ridderkerk).
ZABO Ridderkerk
Op 1 maart sluit ZABO Ridderkerk z’n deuren. De afgelopen jaren hield ZABO zich onder andere bezig met schadeherstel en onderhoud van autobussen. Tot het einde van de jaren 80 werden er ook complete autobussen gebouwd. Deze bussen werden met name geleverd aan streekvervoerders die niet tot het NS concern behoorden, zoals de Twee-Provinciën, de BBA (in de jaren 70 verreweg de grootste klant), Tensen Soest, Noord-Westhoek en Schutte Zwolle. In de jaren 80 werden de streekvervoerbedrijven steeds meer gedwongen om standaard bussen aan te schaffen. Daardoor liep de bussen productie steeds meer terug. De laatste streekbussen werden geleverd aan de Noord-Westhoek.
Ter gelegenheid van de naderende sluiting heeft de Stichting Oud Ridderkerk een tentoonstelling georganiseerd en een boekje uitgegeven. In dit boekje staan een groot aantal foto’s van autobussen waaronder een aantal unieke exemplaren zoals de dubbeldekker die in de jaren vijftig aan de TP werd geleverd. Tijdens de tentoonstelling werd o.a. een schaalmodel/plantenbak getoond van een luze toerwagen van de BraBenA, de toerwagen afdeling van de BBA. De tijdens de tentoonstelling getoonde foto’s zijn allemaal terug te vinden in het boekje. Gelukkig zijn er nog de nodige ZABO bussen bewaard gebleven. De verschillende museum stichtingen hebben er een aantal in bezit. Ook rijden er nog een aantal ZABO bussen rond als Camper. De laatste ZABO lijnbussen reden bij Arriva. Deze ex Noordwesthoek bussen kwamen in 2003 nog terug naar hun geboortegrond rondom Dordrecht/Ridderkerk. Doordat de nieuwe bussen voor de concessie DAV (Drechtsteden, Alblasserwaard, Vijheerenlanden) niet op tijd geleverd konden worden moest Arriva zich een aantal maanden behelpen met oude bussen. Hieronder waren 2 ZABO bussen. In 2004 kwam zo’n bus nog even bij de HTM terecht als groepsvervoerbus, maar lang heeft dat niet geduurd.
Drie generaties ZABO stadsbussen van de BBA voor het nageslacht bewaard door de Stichting Veteraan Autobussen
De Arriva 3999 behoorde tot de twee laatste ZABO lijnbussen in active dienst. Toen deze foto in 2004 gemaakt werd was die tijd inmiddels voorbij. Met lijn 90 Utrecht-Rotterdam kwam de bus o.a. door Ridderkerk, de vestigingsplaats van ZABO
Schutte Zwolle was vaste klant bij ZABO en kocht in 1971 een drietal Volvo B57-ZABO stadsbussen. Daarna ging Schutte over op de aanschaf van bussen met een Hainje Carrosserie.
Tensen Soest was een belangrijke klant van ZABO. Voor Tensen bouwde ZABO zowel toer als lijnbussen in verschillende maten. Een groot aantal ZABO bussen van Tensen is uiteindelijk nog bij de VAD terecht gekomen. Meer Tensen foto’s zijn hier te vinden.